• Wetgeving
  • Onderwijs

Wet vrij en veilig onderwijs dwingt scholen tot versterking sociale veiligheid

Renee Stoelwinder, Adviseur Veiligheid
Klaslokaal

De veiligheid op basis- en middelbare scholen komt steeds meer onder druk te staan door online bedreigingen, incidenten met wapens en vormen van (seksuele) intimidatie. In eerdere blogs gingen we al in op hoe scholen zich kunnen voorbereiden op ernstige incidenten met bijvoorbeeld een goed georganiseerde crisisorganisatie, het AVE-model en een sanctieprotocol. Nu spreekt ook het demissionaire kabinet zijn zorgen uit en komt met een nieuw wetsvoorstel. Deze wet bevat een pakket verplichte maatregelen waarmee scholen de sociale veiligheid beter moeten borgen. Naar verwachting zal de wet in augustus 2026 in werking treden.

In deze blog zet Renee de belangrijkste onderdelen van het wetsvoorstel op een rij, zodat je goed voorbereid bent op de aankomende verplichtingen.

Meld-, overleg- en aangifteplicht bij seksueel grensoverschrijdend gedrag

Wanneer een personeelslid vermoedt dat een leerling slachtoffer is van seksueel misbruik of seksuele intimidatie door iemand die namens de school taken uitvoert, moet dit direct worden gemeld bij het schoolbestuur.

Het schoolbestuur overlegt vervolgens direct met de vertrouwensinspecteur. Dit overleg richt zich op de vraag of er sprake is van een redelijk vermoeden van een seksueel misdrijf volgens het Wetboek van Strafrecht. Als dat het geval is, is het bestuur verplicht aangifte te doen wanneer het een minderjarige leerling betreft. Bij een meerderjarig slachtoffer kan het bestuur aangifte doen. Na de aangifte worden de ouders van de leerling en de betrokken medewerker geïnformeerd. Alleen als het informeren van de ouders het belang van de leerling ernstig schaadt, mag hiervan worden afgezien.

Deze meldplicht geldt ook voor de vertrouwenspersoon, wanneer hij kennis krijgt van dergelijke signalen.

Renee Stoelwinder

Adviseur Veiligheid

06-86880877

Een goede leeromgeving staat of valt met de veiligheid van de leerlingen en het personeel. Daarmee is veiligheid een randvoorwaarde voor goed onderwijs.

Zorgplicht veiligheid op school

Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor een veilige leer- en werkomgeving voor zowel leerlingen als personeel. Dit betekent dat de school niet alleen moet zorgen voor fysieke veiligheid, maar ook voor sociale en psychische veiligheid. Om dit te waarborgen, is het verplicht om actief veiligheidsbeleid te voeren. Een belangrijk onderdeel daarvan is het regelmatig monitoren van de veiligheid, zowel onder leerlingen als onder personeelsleden.

Daarnaast moet het schoolbestuur ervoor zorgen dat de coördinatie van dit beleid goed is geregeld. Dit houdt ook in dat er specifiek aandacht is voor het voorkomen en tegengaan van pesten. Deze coördinatie moet belegd zijn bij een personeelslid dat hier verantwoordelijkheid voor draagt.

Minstens één keer per jaar evalueert het schoolbestuur het veiligheidsbeleid. Daarbij worden onder andere de uitkomsten van de veiligheidsmonitor, de geregistreerde veiligheidsincidenten, het advies over het beleid en het verslag van de vertrouwenspersoon betrokken.

De resultaten van de monitoring van de leerlingveiligheid moeten worden gedeeld met de onderwijsinspectie. In een algemene maatregel van bestuur worden aanvullende regels opgesteld. Die gaan over de inhoud van de monitor, voor wie deze bedoeld is, hoe vaak deze moet worden uitgevoerd en op welke manier de resultaten bij de inspectie terechtkomen.

Registratie veiligheidsincidenten

Het schoolbestuur is verplicht om veiligheidsincidenten te registreren die plaatsvinden onder hun verantwoordelijkheid, of die ernstige gevolgen hebben voor de orde of veiligheid op school. Onder een veiligheidsincident wordt onder andere verstaan: fysiek geweld met letsel, seksuele intimidatie of misbruik, stelselmatige discriminatie, bedreiging, grove pesterijen, ernstige vernieling, diefstal, drugsbezit of -handel, en het bezit of gebruik van wapens.

Bij het registreren van zo’n incident legt de school vast wat voor soort incident het betreft, wie erbij betrokken waren (zoals een leerling, ouder, personeelslid of derde), op welke datum en tijd het gebeurde, en waar het plaatsvond. Deze registratie zorgt voor overzicht en helpt om de veiligheid op school gericht te verbeteren.

Wanneer er sprake is van een ernstig veiligheidsincident waarbij sociale, psychische of fysieke schade ontstaat voor een leerling, ouder of personeelslid, is de school verplicht dit direct te melden aan de Inspectie van het Onderwijs. Van zulke ernstige schade is bijvoorbeeld sprake bij fysiek geweld of grove pesterijen met zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden tot gevolg, of bij het bezit of gebruik van een vuurwapen op school.

Vertrouwenspersoon

Elke school moet twee vertrouwenspersonen aanstellen: één vanuit het schoolteam en één externe. Zij zijn er om leerlingen, ouders en personeelsleden op te vangen, te begeleiden en te adviseren bij klachten of incidenten. Ook kunnen zij doorverwijzen naar professionele hulp.

De vertrouwenspersoon is daarnaast aanspreekpunt bij pesten en ongewenst gedrag, en adviseert het schoolbestuur over het veiligheidsbeleid en de klachtafhandeling. Jaarlijks brengt hij hierover verslag uit.

Het schoolbestuur moet zorgen dat de vertrouwenspersoon zijn werk onafhankelijk, deskundig en in vertrouwen kan doen. Hierbij geldt een geheimhoudingsplicht, tenzij de wet, het belang van een leerling of toestemming anders vereist.

Tot slot moet de vertrouwenspersoon over voldoende ervaring beschikken om zijn taak professioneel uit te voeren.

Klachtenstelsel

Leerlingen, ouders en personeelsleden kunnen een klacht indienen bij het schoolbestuur wanneer zij het niet eens zijn met een beslissing of gedrag van een personeelslid of het bestuur zelf. Dit kan ook wanneer zij vinden dat er juist iets nagelaten is. Elke school moet hiervoor een duidelijke klachtenregeling opstellen. Daarin staat hoe een klacht ingediend kan worden, hoe de procedure verloopt en binnen welke termijn er een reactie volgt.

Daarnaast moet elke school aangesloten zijn bij een landelijke klachtencommissie. Deze commissie behandelt klachten die schriftelijk zijn ingediend en beoordeelt binnen drie weken of de klacht in behandeling wordt genomen. De commissie behandelt geen klachten die al eerder zijn ingediend, die ouder zijn dan een jaar (tenzij er reden is om hiervan af te wijken), of waarvoor een andere geschillenprocedure beschikbaar is.

Van wet naar praktijk: samen werken aan een veilige school

Met dit wetsvoorstel wil het kabinet de structurele veiligheid binnen het onderwijs verder versterken. Scholen krijgen daarbij een grotere verantwoordelijkheid en duidelijkere kaders om incidenten te voorkomen, te signaleren en aan te pakken. Het vraagt om een actieve en transparante aanpak van schoolbesturen, met oog voor leerlingen, personeel en ouders.

Ben je benieuwd wat deze nieuwe verplichtingen betekenen voor jouw school, of wil je sparren over hoe je de sociale veiligheid structureel kunt versterken? Neem gerust contact met ons op.

Over Renee

Renee is analytisch scherp, nieuwsgierig van aard en altijd gericht op vernieuwing. Met een achtergrond in Integrale Veiligheidskunde én het Socrates-certificaat op zak, combineert ze academische diepgang met een praktische blik op de werkelijkheid. Binnen Scherp in Veiligheid ontwikkelde ze zich via het traineeship tot een betrokken adviseur op het gebied van openbare orde, crisisbeheersing en sociale veiligheid. Ze weet complexe vraagstukken terug te brengen tot de kern en durft bestaande aannames kritisch te bevragen. Renee gelooft in samenwerken aan oplossingen die niet alleen slim, maar ook toekomstgericht zijn. Haar kracht ligt in het verbinden van mensen en perspectieven, altijd met het oog op een veilige(re) samenleving.

Wil je sparren over veiligheid in het onderwijs of een keer kennismaken? Neem gerust contact met haar op.

 

Meer over Renee
Renee Aan De Lijn

Gerelateerde pagina's