Grensoverschrijdend gedrag effectief aanpakken met het AVE-model


Grensoverschrijdend gedrag in het onderwijs is helaas geen uitzondering meer. Scholen zoeken naar manieren om incidenten te voorkomen en effectief in te grijpen. Het AVE-model biedt daarbij een helder handelingsperspectief.
Grensoverschrijdend gedrag vraagt om vroegtijdige signalering
Grensoverschrijdend gedrag komt in het onderwijs in verschillende vormen voor en heeft vaak grote gevolgen. Recent werd een docent uit Hellevoetsluis aangehouden vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag met twee minderjarige leerlingen. Ook buiten het klaslokaal speelt het probleem: de Universiteit Maastricht stopte per direct met de introductieweek van studentenverenigingen na signalen van ongepast gedrag. Zelfs ouders blijven niet buiten beeld: volgens onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek & Advies kreeg een kwart van de leerkrachten te maken met verbaal geweld van ouders.
Dit soort incidenten onderstrepen dat grensoverschrijdend gedrag een breed maatschappelijk probleem is – en dus óók een verantwoordelijkheid van scholen. Hoe herken je het tijdig? Hoe voorkom je escalatie? En wat doe je als de situatie uit de hand loopt? In deze blog bespreekt Renee de inzet van het AVE-model (Aanpak ter Voorkoming van Escalatie) als concreet handelingsperspectief voor onderwijsprofessionals.
Wat verstaan we onder grensoverschrijdend gedrag?
Grensoverschrijdend gedrag is een breed begrip. Het gaat om gedrag waarbij iemand een grens passeert die voor de ander onacceptabel is. Dit kan fysiek zijn, verbaal, emotioneel, seksueel of online. Het varieert van pesten en intimidatie tot machtsmisbruik of geweld.
De gevolgen zijn ingrijpend. Slachtoffers voelen zich onveilig, raken gestrest of haken zelfs af. Daarom is het cruciaal dat scholen niet alleen reageren op incidenten, maar ook preventief beleid voeren. Met duidelijke protocollen én met het AVE-model als leidraad voor opschaling.
Wat is het AVE-model en waarom past het bij het onderwijs?
Het AVE-model (Aanpak ter Voorkoming van Escalatie) is oorspronkelijk ontwikkeld voor gemeenten, maar is uitstekend toepasbaar binnen het onderwijs. Het helpt om de juiste actie te kiezen én tijdig op te schalen.
Het model werkt in vier fasen. Elke fase beschrijft het niveau van regie en ondersteuning dat nodig is. Hoe ernstiger de situatie, hoe meer regie op hoger niveau nodig is – en hoe belangrijker samenwerking met andere partijen wordt.
Escalatie betekent in deze context twee dingen: een situatie die uit de hand loopt (zoals bedreiging, seksueel grensoverschrijdend gedrag of fysiek geweld), en de structurele opschaling die nodig is om die situatie aan te pakken. De eerste wil je voorkomen. De tweede wil je juist stimuleren – op het juiste moment, met de juiste partijen.
Het uitgangspunt van AVE is dat scholen zélf weten wat nodig is. Maar het model helpt om dat gesprek te voeren: wie heeft de regie? Waar ligt de verantwoordelijkheid? En wanneer is het tijd om op te schalen?
De 4 fases in AVE
AVE 1 – Preventie en een veilige basis
Dit is de gewenste situatie. Er is sprake van een veilig schoolklimaat. Er zijn geen problemen of er bestaan alleen vermoedens van problemen. Preventie speelt een belangrijke rol en risico’s worden zo vroeg mogelijk gesignaleerd om problemen te voorkomen. De zelfredzaamheid van alle deelnemers op school is groot.
Wanneer de zelfredzaamheid en/of het handelingsperspectief van de medewerker afneemt en er meer hulp en/of expertise nodig is, wordt er opgeschaald naar AVE 2.
AVE 2 – Ondersteuning nodig
Aanvulling of ondersteuning is nodig. Er is sprake van mogelijk risicogedrag door studenten, docenten of ouders/verzorgers. Aanspreken is nodig en er kan met ondersteuning afspraken worden gemaakt tussen de betrokkenen. Er kan behoefte zijn aan interne of externe deskundigheid, bijvoorbeeld van een pedagogische coach of een wijkagent
Bij complex en/of terugkerend gedrag, zijn meer of gespecialiseerde deskundigen nodig. Er moeten passende maatregelen worden getroffen. Dit kunnen partijen vanuit de eigen organisatie, zorg/hulpverlening, gemeente, veiligheid en justitie zijn. Dan wordt opgeschaald naar AVE 3.
AVE 3 – Regie overnemen
Overname van de regie is noodzakelijk, in het belang van de school en de veiligheid. Er is sprake van zorgwekkend (grensoverschrijdend) gedrag. De veiligheid van de persoon of anderen op school zijn in gevaar. Om dit op te lossen is samenwerking nodig tussen meerdere organisaties.
Het kan óók zijn dat de maatregelen niet effectief zijn of dat het gedrag niet verbetert en het beoogde resultaat niet wordt bereikt. Dan wordt er opgeschaald naar AVE 4.
AVE 4 – Volledige escalatie
De (vaak zeldzame) problemen zijn zo complex of groot, dat de situatie totaal escaleert. Er is onrust in de school en de veiligheid van meerdere mensen is in gevaar. Er is mogelijk ook media-aandacht en dit vergroot de impact.
Alleen AVE is niet genoeg: het vraagt om beleid, cultuur en samenwerking
AVE is geen blauwdruk die je op elke situatie plakt. Het is een hulpmiddel dat alleen werkt als het ingebed is in beleid, ondersteund wordt door duidelijke protocollen én gedragen wordt door een sterke meldcultuur. Scholen moeten helder hebben wie wanneer de regie heeft, en welke partners ingeschakeld kunnen worden.
Daarom is ook de samenwerking met gemeenten, politie, zorg en andere ketenpartners essentieel. Scholen staan er niet alleen voor, maar moeten wel weten hoe en wanneer ze die verbinding zoeken.
Wat kan Scherp in Veiligheid voor je betekenen?
Wij helpen scholen om het AVE-model te vertalen naar hun eigen praktijk. Samen ontwikkelen we een aanpak die past bij de cultuur en structuur van jouw organisatie. We trainen medewerkers in het herkennen en duiden van gedrag, begeleiden bij de implementatie van AVE en ondersteunen in het opzetten van samenwerkingen met externe partijen.
Tot slot bieden we ondersteuning bij het opstellen van een helder en praktisch beleid, waarmee je een duurzame en veilige leeromgeving creëert voor zowel leerlingen als personeel. Neem gerust eens contact met ons op!