Van advies naar afgelasting


Kiezen we voor absolute veiligheid of voor samenleven met risico’s?
Afgelopen weekend liep de temperatuur hoog op. In heel Nederland werden sportieve en culturele evenementen ingekort of afgelast. En daar waar evenementen wél doorgingen, troffen organisatoren extra maatregelen om de risico’s van hitte zoveel mogelijk te beperken.
Vanuit het perspectief van openbare veiligheid is dat goed te begrijpen: je wilt voorkomen dat mensen in de problemen komen door omstandigheden waarop je onvoldoende voorbereid bent. Niemand wil met oververhitte bezoekers, tekortschietende hulpverlening of maatschappelijke verontwaardiging in het nieuws komen. Maar is het kiezen voor absolute veiligheid de koers die we als samenleving willen varen? In een systeem waarin iedere partij ‘op zeker’ speelt uit angst voor aansprakelijkheid, media-aandacht of politieke druk, ontstaat onbedoeld een cultuur waarin ruimte voor risico verdwijnt.
Van maatregel naar reflex
Wat opvalt, is een systemische reflex waarin het vermijden van risico’s de boventoon voert. Hulp- en veiligheidsdiensten adviseren uitvoerig en terecht over wat er allemaal geregeld kan worden om risico’s te mitigeren: van schaduwplekken en legionellapreventie tot hygiënemaatregelen en crowd control. Een recent hitteprotocol telt ruim twintig concrete aanbevelingen voor evenementenorganisatoren.
Die adviezen zijn stuk voor stuk logisch en waardevol. Maar als je als organisator al die maatregelen op een rijtje ziet, schrik je: het is veel, het is technisch en het weegt zwaar. Daarbij knaagt de gedachte: “Als ik niet alles exact zo uitvoer en er gaat iets mis, ben ik dan aansprakelijk?” Het gevolg: Een groeiende neiging om het zekere voor het onzekere te nemen en het evenement dan maar te annuleren; een preventieve risico-regelreflex. De onderliggende aanname lijkt te zijn: alles moet beheersbaar zijn, anders is het onverantwoord. Maar dat denkkader houdt juist de kwetsbaarheid van het systeem in stand.
Hebben we hier nu voor gekozen?
Het is goed om te beseffen dat dit geen verwijt is aan wie dan ook, integendeel. Iedereen handelt vanuit de beste bedoelingen: hulpdiensten adviseren zorgvuldig, bestuurders nemen hun verantwoordelijkheid, organisatoren willen veilige evenementen. Maar gezamenlijk veroorzaken we daarmee een systeem waarin veiligheidsadviezen en -maatregelen tot verstikking leiden. Zo ontstaat (onbedoeld) een systemisch gevolg van goedbedoelde afzonderlijke handelingen, die ertoe leiden dat we risicoloos willen zijn. En dat terwijl de overheid aan de andere kant juist inzet op een weerbare samenleving.
Daar zit het paradoxale. We roepen mensen op om hun weerbaarheid te versterken, maar nemen bij het minste risico de individuele verantwoordelijkheid over.
Wat ik hier zie, is geen optelsom van losse keuzes, maar het gevolg van een systeemlogica waarin alle actoren – bestuur, hulpdiensten, organisatoren en zelfs media – op elkaar reageren met het oog op risicobeheersing, beeldvorming en aansprakelijkheid. Vanuit de beste intenties ontstaat zo een zelfversterkende dynamiek: hoe meer adviezen en voorzorgsmaatregelen worden opgesteld, hoe groter de angst om daarvan af te wijken, en hoe sneller wordt gekozen voor annuleren of afschalen. Onder deze dynamiek ligt een culturele aanname die diep in onze instituties verweven zit: risico wordt gezien als falen en veiligheid wordt gezien als het uitsluiten van elke onzekerheid. Maar juist dat denken maakt het systeem kwetsbaar, omdat het geen ruimte laat voor gedeeld eigenaarschap, nuance of weerbaarheid. Alleen als we die onderliggende aannames durven bevragen, ontstaat ruimte voor een nieuw evenwicht.
Naar gedeelde risicocommunicatie
Er is een alternatief. En gelukkig zijn er ook genoeg samenwerkingen waarbij we zien dat dit werkt: het gesprek verleggen van volledige risicobeheersing naar gedeelde risicocommunicatie. Niet alle verantwoordelijkheid en besluitvorming neerleggen bij overheid en organisator, maar samen met bezoekers en deelnemers. Leg helder uit wat er geregeld is en wees eerlijk over het restrisico dat blijft bestaan. Informeer, adviseer, en geef mensen het vertrouwen en het mandaat om het eigen risico in te schatten, die wel of niet te accepteren en op basis daarvan zelf keuzes te maken: ga ik wel of niet, en wat neem ik zelf mee of in acht?
In plaats van: “Het is te warm, we stoppen”, kunnen we dan zeggen: “Het is warm, dit is wat wij regelen, en dit is wat jij zelf kunt doen om veilig en gezond te blijven. De keuze is aan jou.”
Een praktische handreiking voor hulpdiensten, bestuur en organisatoren
- Adviseren is maatwerk: vermijd gestandaardiseerde waslijsten en ga in gesprek over wat concreet van toepassing is op dit evenement.
- Communiceer samen: ontwikkel communicatieteksten waarin overheid, organisator én hulpdiensten gezamenlijk optreden en bezoekers direct aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid.
- Benadruk weerbaarheid: maak in alle communicatie duidelijk welke risico’s er zijn en wat bezoekers zelf kunnen doen om zich hierop voor te bereiden.
- Erken het restrisico: wees niet bang om te benoemen dat niet alles 100% beheersbaar is – en dat dat oké is in een volwassen samenleving.
Evenementen zijn de zuurstof van ons samenleven. Laten we die niet onnodig verstikken uit angst voor risico’s. Een samenleving die risico's accepteert, is misschien niet absoluut veilig, maar wel weerbaar én levendig.
Willen we een risicoloze samenleving? Dan krijgen we een zielloze samenleving. Of zoals Wim van Dinten zei in zijn gelijknamige boekje uit 2015: Hebben we hier nu voor gekozen?